De romantische sluier weggerukt?
Analyse van een bouquetboek.

Myriam Schulze


Inhoud:

Inleiding
Een man, een vrouw en een probleem
Ware liefde
Goede mannen, slechte mannen
Alle mannen zijn hetzelfde?
Conclusie

Inleiding

Kan een analyse van een bouquetboek tot verrassende ontdekkingen leiden, in een serie boeken waarin steevast de held en de heldin van het verhaal elkaar op de laatste bladzijde in de armen sluiten? Het gaat tenslotte om een soort tekst die sterk de lezer probeert te sturen naar een bepaalde lezing ervan. Maar het leek mij interessant om nu juist eens op een andere manier te lezen: ik ben op zoek gegaan naar elementen die de 'romantische' lezing ondergraven, tegendraadse elementen die onder een laag zoete woorden bedekt liggen. Wat voor inzichten levert zo'n zoektocht nu op?

Voor de beantwoording van mijn vragen heb ik gekozen voor Bedreigend verleden (1988, heruitgegeven in 2000) uit de bouquetreeks van uitgeverij Harlequin, van Carole Mortimer, een van de favoriete schrijfsters van de lezers van de serie (aldus het omslag). Enige andere titels van deze auteur: Standvastig besluit, De waarheid onthuld en Aarzel niet langer. Zij lijkt mij een goede representante te zijn van de auteurs uit deze serie. Mijn conclusies wil ik echter niet generaliseren tot bevindingen over 'de bouquetreeks'. De boekjes zullen ongetwijfeld gemeenschappelijke kenmerken bezitten (ze worden immers in dezelfde serie uitgebracht, waarschijnlijk zelfs geschreven om in deze serie te worden gepubliceerd), maar er zullen verschillen zijn in thematiek en stijl, simpelweg door het feit dat we te maken hebben met verschillende auteurs.

terug

Een man, een vrouw en een probleem

Om te beginnen zal ik een algemeen beeld schetsen van de inhoud van de delen uit deze reeks, een beeld dat voornamelijk gebaseerd is op de vele bouquetboekjes die ik als ervaren bouquetlezer gelezen heb.

Een bouquetboekje gaat over een man en een vrouw die aan het eind van het verhaal een (gelukkige) liefdesrelatie met elkaar hebben. Dit einde wordt echter niet gehaald zonder dat de beide geliefden de nodige obstakels hebben moeten overwinnen. Deze obstakels kunnen van allerlei aard zijn, maar meestal zijn er misverstanden in het spel die ervoor zorgen dat de held en de heldin een verkeerd beeld van elkaar hebben. Toch is er altijd vanaf het begin een grote aantrekkingskracht tussen de twee. Uiteindelijk worden de obstakels uit de weg geruimd, en overwint de liefde.

De verhaallijn van Bedreigend verleden komt aardig overeen met dit 'concept'. Jade is lerares op een basisschool op het platteland. De directeur Simon en diens vrouw Penny zijn goede vrienden van haar. Bij een kerstviering gedraagt de kerstman, naar iedereen denkt gespeeld door Simon, zich bijzonder vreemd en flirterig tegenover de verontwaardigde Jade. Later blijkt dat Simons vrijgezelle broer David voor kerstman speelde. Hij verklaart Jade direct de liefde, maar zij wil niets van hem weten, hoewel ze hem wel een aantrekkelijke man vindt. Ondanks haar afwijzende gedrag blijft hij haar opzoeken en binnen een paar dagen beseft Jade dat ze van hem houdt. Haar voorzichtigheid met David blijkt voort te komen uit een eerdere teleurstelling in de liefde, waarbij een man, Peter, liefde voor haar veinsde, om zo het kind van rijke ouders te kunnen ontvoeren dat zij onder haar hoede had. Ze is daarom niet alleen wantrouwig ten opzichte van mannen, maar is ook bang dat David niet meer van haar zal houden als hij erachter komt dat zij (zonder dat ze het wist) betrokken was bij deze ontvoering. Maar David blijkt hier al vanaf het begin van op de hoogte te zijn geweest, en dan staat niets hun liefde meer in de weg. Het boek eindigt een jaar later, wanneer ze hun pasgeboren kindje in de armen houden.

terug

Ware liefde

'Liefde' speelt dé hoofdrol in de bouquetboekjes, en dan denk ik aan de zogenoemde ware liefde tussen een man en een vrouw. In Bedreigend verleden wordt inderdaad een onderscheid gemaakt tussen 'echte liefde' en 'liefde die echt lijkt'. De liefde tussen Jade en David is 'echt' ('ze wist dat David van haar hield, zoals zij hem liefhad', p. 131), Peter veinsde slechts liefde ('Ze was een volslagen idioot geweest om te geloven dat Peters belangstelling voor haar oprecht was', p. 133). Toch heeft zij echt van hem gehouden. Jade noemt Peter 'een man van wie ze met zoveel vreugde had gehouden', 'de nachtmerrie eens van Peter Gifford te hebben gehouden'. Maar ze noemt hem ook 'de man (...) die ze had gedacht lief te hebben' (p. 142). Dit 'gedacht' geeft een vergissing weer van Jades kant: uit dit woord blijkt dat zij nooit werkelijk van Peter heeft gehouden. Toch was ze er toentertijd zeker van, en uit de meeste bewoordingen waarin over Peter gesproken wordt blijkt dat ze er achteraf nog steeds van overtuigd is dat ze toen echte liefde voelde. Hoe kan iemand nu zeker weten dat de liefde die zij of hij voelt op een bepaald moment meer dan een bevlieging is, meer dan een zich gevleid voelen ('Jade voelde zich gevleid door Peters interesse', p. 133)? Hoe kun je zeker weten dat je altijd van iemand zult houden? En hoe kun je zeker weten dat als iemand zegt dat hij van je houdt, dit de waarheid is?

Is er in dit boek aandacht voor dergelijke vragen? In ieder geval niet op de laatste bladzijden: 'Jade wist, zonder een spoor van twijfel, dat ze altijd Davids liefde zou bezitten. Zoals hij altijd die van haar zou hebben' (p. 162). Maar op een eerder moment lijkt Jade te beseffen dat wat op liefde lijkt, dit niet hoeft te zijn: 'Hij was zo'n goede man, door hem voelde ze zich een heel bijzonder iemand, en hij leek om haar te geven' (p. 89, mijn cursivering). Toch is er weinig ruimte voor dergelijke reflectie in dit boek; meestal is Jade zeker van haar zaak. Met 'zaak' bedoel ik haar eigen gevoelens, maar ook haar interpretatie van het gedrag van een ander. Ze geeft wel toe dat ze in het verleden het gedrag van Peter verkeerd geïnterpreteerd heeft, ze vindt dat 'ze een dwaas [is] geweest' (p. 133). Maar dat betekent voor haar uiteindelijk alleen dat ze nu geen dwaas meer is; nu is ze wel in staat de dingen te zien zoals ze zijn. David haalt Jade over een kerstboom in huis te halen, en de avond dat ze hem samen optuigen, belandt zij in zijn armen, nadat ze samen eerst naar 'de pracht van de glinsterende kerstboom' hebben gekeken (p. 83). Maar de volgende ochtend is alles anders. 'De boom had zijn magische gloed van de vorige dag verloren, fungeerde niet langer als bewijs dat het verleden achter haar lag. De romantische sluier was weggerukt, en nu resteerde slechts de harde werkelijkheid; een lichtelijk misvormde boom, overladen met gekleurde voorwerpen en veel te schelle lichtjes' (p. 89-90). De boom is hetzelfde gebleven, alleen Jades perspectief op de boom is veranderd.

Deze veranderde visie op de kerstboom is te vergelijken met het beeld dat Jade van haar eerste grote liefde Peter had en hoe dit veranderde. 'Peter, met zijn knappe, blonde uiterlijk en blauwe ogen, had precies geweten hoe hij haar moest vleien en overtuigen dat hij haar absoluut onweerstaanbaar vond' (p. 133). Jade dacht de ideale geliefde gevonden te hebben in de man die haar aantrekkelijk vond en haar een glinsterende verlovingsring gaf. '[M]eer dan twee maanden lang had Jade geleefd in een euforie, denkend dat haar liefde werd beantwoord' (p. 133).

Maar haar geliefde blijkt van een andere aard te zijn dan zij geloofde. In haar eigen woorden: 'Nog steeds kromp ze ineen als ze eraan dacht hoe onnozel ze was geweest; een overrijpe pruim, klaar om geplukt te worden - of in dit geval, om voor de gek te worden gehouden' (p. 132). Pas als Jade door de politie met haar neus op de feiten gedrukt wordt, ziet ze haar vergissing in. Maar nu denkt ze dat alles anders is. '[N]u was ze verliefd op de juiste man, een tedere, prachtige man' (p. 136). Maar hoe kan Jade er zo zeker van zijn dat niet een van de volgende ochtenden in haar leven ook deze geliefde zijn glans verloren heeft, dat de romantische sluier nooit zal worden weggerukt, dat deze keer de harde werkelijkheid haar niet zal verrassen? Wat maakt David een juister man dan Peter?

terug

Goede mannen, slechte mannen

Over David bezit Jade veel minder kennis dan over Peter, en in dit geval geldt 'wat niet weet, dat niet deert'. De kerstboom schijnt haar banaal toe na één dag, Peters liefde na twee maanden, hoe lang zal het duren voordat dit bij Davids liefde het geval is? Het lijkt bijna onvermijdelijk dat ook deze liefde eens haar glans zal verliezen, zoals de dennennaalden onvermijdelijk eens van de boom zullen vallen. Als Jades geloof de ware aard van de dingen te kunnen inzien dan niet aan het wankelen is gebracht door haar ervaringen met de kerstboom en met Peter, dan misschien door de 'transformatie' die haar favoriete schrijfster van romantische boeken ondergaat? Ze komt erachter dat deze in werkelijkheid een man is, en dan nog wel 'een bezadigde professor in geschiedenis met de verplichte pijp, het tweedjasje en wat men zich daar nog bij voorstelt'. Deze Zach belichaamt het stereotiepe beeld van een professor in geschiedenis; Jade ontdekt echter dat het zien van alleen een buitenkant kan bedriegen. 'En de mythe rond Zach zelf viel in duizenden stukjes uiteen toen David hem voorstelde als Claudia Laurence, de auteur van al die hartstochtelijke, historische romans' (Ibidem). Ik denk dat het eigenlijk vooral de mythe rond schrijfsters van romantische boeken is die uiteenvalt: in plaats van een hartstochtelijke vrouw blijkt het om een bezadigde professor te gaan. Ook hier verliest iemand (de 'hartstochtelijke' schrijfster) de romantische sluier die om haar heen lag, door een toename aan kennis bij Jade. Heeft David ook een sluier omhangen die op een dag afgerukt kan worden?

De tekst eindigt echter met de bevestiging: ja, deze liefde is goed, en voor eeuwig. Jade 'weet' immers zonder twijfel dat dit zo is. En inderdaad zijn we aan het eind van het boek een jaar verder, en de twee zijn nog steeds bij elkaar. Maar is dit een garantie voor de toekomst? Het lijkt alsof de tekst 'sluit' met deze garantie, maar het is niet de tekst, maar Jade zelf, een personage dat al eerder zeer gemakkelijk te bedotten bleek. Zij 'leest' immers het gedrag van de mensen om haar heen letterlijk en naïef. Zij stelt nooit bewust de vraag of de dingen misschien anders zijn dan ze zich aan haar voordoen. Ze houdt zo lang mogelijk vast aan bepaalde visies op de wereld, en accepteert het falen van een dergelijke visie pas wanneer het echt niet anders kan, wanneer de sluier door een ander wordt weggerukt. Ze kan hem zelf niet wegrukken, omdat voor Jade de sluier pas zichtbaar wordt wanneer hij is weggetrokken.

Een sluier, of de baard van de kerstman, zoals op het moment dat Jade voor het eerst het 'ware' gezicht van David ziet. Tot dat moment dacht ze te maken te hebben met Davids broer Simon, ondanks het feit dat zijn gedrag totaal afwijkt van Simons gebruikelijke doen en laten. Jade blijft vasthouden aan haar lezing, en moet om dit te kunnen doen allerlei verklaringen voor Simons vreemde gedrag bedenken. Ze wijt zijn gedrag voornamelijk aan te veel alcohol, hoewel ze hem nooit veel heeft zien drinken. Om vast te houden aan haar 'weten' dat de man onder de baard Simon is, doet ze geweld aan andere kennis ('Simon drinkt nooit meer dan één glaasje sherry', 'Simon houdt zielsveel van zijn vrouw', 'Simon is een rustige, bedaarde man'). Pas als de echte Simon in de deuropening verschijnt, begrijpt Jade dat de man onder de baard wel een ander moet zijn.

De lezer zal echter nooit weten of Jade ooit een haar tot dan toe onbekend feit zal ontdekken dat haar visie op David totaal zal veranderen. We weten ook niet of een dergelijk feit bestaat, of David ook een dergelijk bedreigend verleden heeft. Maar we zullen ook nooit weten of Jade, mocht ze iets ontdekken, op dat moment dit feit 'naïef' leest en het in haar romantische lezing van David zodanig inpast dat deze niet verstoord raakt, of dat dit feit de sluier wegrukt en ze wel moet inzien dat haar eerdere lezing niet helemaal correct was. In ieder geval krijgt de lezer na de laatste regels van het boek geen nieuwe boodschap meer van de tekst, en geen nieuws is in dit geval goed nieuws.

Goede mannen bestaan, slechte mannen ook. Dat is de overtuiging van de heldin aan het einde van Bedreigend verleden. De goede man (David) heeft zij gehuwd, de slechte man (Peter) is voorgoed afgedropen, naar de gevangenis nog wel. Ook volgens de normen van de samenleving is hij slecht. De slechte man heeft nooit echt van Jade gehouden, hij heeft haar alleen gebruikt voor zijn eigen egoïstische doeleinden; de held voelt echte liefde.

De mening van Jade aan het begin van het boek staat lijnrecht tegenover die aan het einde. Ze is de antipathie vergeten die ze aanvankelijk voor David voelde, vooral onder invloed van de redeloze passie die ze voelt. Op basis daarvan baseert ze haar conclusie: 'En nu was ze verliefd op de juiste man' (p. 136). Tijdens haar vorige relatie dacht ze ook dat ze verliefd was op de juiste, maar hij bleek de verkeerde. '[H]aar enige fout was geweest dat ze verliefd was geworden op de verkeerde man' (Ibidem). Het goede en het slechte worden door Jade duidelijk van elkaar afgebakend, ze bevinden zich respectievelijk in David en Peter. Maar hoe groot is het verschil tussen deze twee nu werkelijk?

terug

Alle mannen zijn hetzelfde?

Er zijn opvallend veel parallellen tussen Peter en David te vinden. Beiden zijn (in Jades perspectief) fysiek zeer aantrekkelijke mannen, die het initiatief nemen in het zoeken van contact. Allebei verzekeren ze haar van hun oprechte belangstelling, en roemen ieder haar aantrekkelijkheid. Ze weten precies hoe ze haar moeten vleien. Ondanks twijfels van Jades kant in eerste instantie, voelt ze zich vanaf het begin zeer gevleid. Ten slotte gaat ze geloven in de oprechtheid van de gevoelens van deze mannen voor haar, en geeft ze ook haar eigen gevoelens toe. Dan hebben de mannen haar waar ze haar hebben willen.

Je zou zelfs kunnen zeggen dat beide mannen, ieder op hun manier, haar gebruiken om een kind te krijgen. In Peters geval gaat het om een rijk meisje waarvoor hij losgeld zal kunnen vragen, bij David om zijn eigen kind, het kind dat hij nooit heeft kunnen krijgen van zijn vorige vrouw omdat deze daarvoor te vroeg overleed. Uiteraard doet David (net als Peter) het voorkomen alsof het hem werkelijk om Jade gaat, maar hoe vaak legt hij niet de nadruk op het feit dat zij zo goed met kinderen overweg kan? "'Ze [Jade] is fantastisch met kinderen," beaamde David warm, alsof het feit hem enorm plezier deed' (p. 43). En: '[Sara] zou een geweldige moeder zijn geweest; ze hield evenveel van kinderen als jij' (p. 49). Is Jade slechts een geschikt substituut voor Sara, en dan voornamelijk van de moederfiguur in Sara? Is het ook niet zo dat David beweert op slag verliefd te zijn geworden toen hij haar bezig zag met de kinderen uit haar klas?

Jade verschaft hen beiden toegang tot het kind dat zij willen hebben, ze is, in de woorden van Peter, 'een middel' en een 'gemakkelijke prooi', gewetenloos door hem uitgebuit. Ziet David Jade ook als een makkelijke prooi? Misschien is zijn doel wel het trouwen van een jong (dus vruchtbaar), aantrekkelijk meisje dat goed met kinderen om kan gaan. En dan het liefst zo snel mogelijk. De man die zegt dat hij niet van plan is haar maar een minuut te overhaasten (p. 86), is dezelfde die kort daarvoor naar haar kreunt dat hij niet zeker weet 'hoe lang hij nog kan wachten'. Dit is ook de man die haar binnen een uur na de eerste kennismaking ten huwelijk vraagt, en na één dag verlangend spreekt over 'hun' kinderen. David overhaast haar niet een minuut, maar toch zeker wel een aantal weken, wellicht maanden of jaren, afhankelijk van de visie van de lezer op dit soort zaken.

Maar er zijn ook genoeg aanwijzingen dat David wel de waarheid spreekt en werkelijk verliefd is op Jade. En dat is het probleem juist; wat David betreft kunnen we ons alleen baseren op dezelfde aanwijzingen die Jade krijgt. De gevoelens van David blijven een raadsel voor ons, we krijgen alleen informatie over zijn uiterlijk, waarneembare gedragingen en uitspraken. Bovendien wordt die informatie sterk gekleurd door de gedachten en gevoelens van Jade. Over haar innerlijk komt de lezer veel te weten. Aan de oprechtheid van haar bedoelingen hoeven we niet te twijfelen. Aangezien David voor de lezer een even groot raadsel is als voor Jade, is de zekerheid die Jade voelt aan het einde van het boek een onzekere. Zij weet niet of ze weer een vergissing gemaakt heeft door in David te vertrouwen. De lezer zal er nooit achter komen.

terug

Conclusie

Wat heeft mijn zoektocht naar 'tegendraadse' elementen in een bouquetboek opgeleverd? In de analyse heb ik me voornamelijk geconcentreerd op het begrip 'ware liefde'. Het is gebleken dat dit begrip niet zo probleemloos is af te bakenen van 'niet-liefde' of 'geveinsde liefde' als de heldin van het verhaal graag zou willen. Ook de categorieën 'goede man' en 'slechte man' blijken als tegengestelde begrippen niet te handhaven. Het boekje biedt bij zorgvuldige lezing perspectieven die genuanceerder zijn dan de rigide indeling in tegengestelden die de tekst voortdurend aan de lezer oplegt. De tekst eindigt dan wel met een bevestiging van de juistheid van deze indeling, maar zoals ik heb willen aantonen, kan deze bevestiging alleen van onzekere aard zijn. Het is een 'zie je wel, ik zei het toch', uitgesproken met weifelende stem. Het weifelen is overigens alleen te horen als er goed wordt geluisterd.

Ik hoop dat daarmee deze analyse genoeg heeft opgeleverd. In ieder geval ben ik er door aan het denken gezet over een aantal belangrijke zaken. Want elk moment kan de waarheid onthuld worden, elk standvastig besluit kan teruggenomen worden, het bedreigende verleden kan elk moment de pret komen verstoren. Toch zou ik willen zeggen: als je denkt dat je van iemand houdt, aarzel niet langer. Je weet maar nooit of jij toevallig misschien wel die eeuwige ware liefde gevonden hebt waar Jade naar op zoek is...

terug