Ooit met een reisgroep en passant het Kröller-Müller museum bezocht. Ik was enthousiast vooral over een paar schilderijen van Piet Mondriaan. Samen met een ingenieur uit ons gezelschap kwam ik buiten en sprak me lovend uit. Zei die vernufteling:
En hij legde mij uit hoe hij gekeken had naar de apparatuur die diende om temperatuur en vochtigheid te meten. Wat een cultuurbarbaar! dacht ik bij mezelf. Maar toen bedacht ik dat ik die apparatuur niet eens opgemerkt had; bovendien van de techniek geen snars begrepen zou hebben. En toch behoort dit ook tot onze cultuur. Dus was ik zelf ook een beetje cultuurbarbaar …
Er bestaan dus mensen die geen zier om kunst geven. Bij gebrek aan opleiding? Die jongen had voortgezet onderwijs genoten en had dus alle kans gehad om zich voor kunst te interesseren. Samen hadden we het humaniora doorlopen. Ik had belangstelling voor kunst ontwikkeld, hij niet. Dus aan het onderwijs kan het moeilijk liggen.
Wat opvalt is dat die ingenieur eerlijk toegaf dat kunst hem geen barst kon schelen. Veel geschoolden durven dat uit snobisme niet toegeven. Gaan naar Parijs. Achteraf thuis: