De Historische Avantgarde in Nederland Zoals in de inleiding op de Historische Avantgarde al duidelijk werd, zijn de ideëen van deze stromingen in Nederland niet echt aangeslagen. Naast Theo van Doesburg en Paul van Ostayen zijn er weinig Nederlandse avantgardisten te vinden. Aan de andere kant lijkt het alsof Nederland in dit geval voldoet aan het cliché dat het altijd achterloopt bij de (internationale) mode; zo'n veertig jaar na het begin van de Historische Avantgarde kreeg Nederlanmd zijn eigen Avant-garde met de zogeheten 'Vijftigers'. Zij experimenteerden met taal en poëzie. Aan deze beweging namen o.a. Remco Campert, Lucebert en Gerrit Kouwenaar deel. |
Theo van Doesburg (1883-1931)
Theo van Doesburg was een Nederlandse schilder, architect, typograaf, schrijver en theoreticus. Hij is bekend geworden met het tijdschrift "de Stijl" . Hierin experimenteerde hij o.a. met typografie. Van Doesburg was een aanhanger van het Dadaïsme en probeerde dit te verspreiden in Nederland. Van Doesburg schreef ook gedichten, onder de naam I.K. Bonset. (waarschijnlijk een anagram voor 'ik ben sot'). Het Centraal Museum in Utrecht heeft in 2000 een grote overzichtstentoonstelling gehouden, samen met met het Kröller Muller museum. Op de site van het centraal museum is veel informatie over Theo van Doesburg te vinden en zijn er ook wat werken te zien.
terug |
Paul van Ostaijen (1896-1928)
Paul van Ostaijen was een Vlaamse dichter. Hij debuteerde in 1916 met het vrij traditionele "Music Hall". In 1918 vlucht hij naar Berlijn omdat hij vanwege radicale artikelen en deelname aan demonstraties vervolgd dreigt te worden. Hier wordt hij beïnvloed door het Dadaïsme en begint hij experimentelere gedichten te schrijven. Het resultaat is te zien in de bundels Bezette stad en De feesten van angst en pijn. De gedichten in deze bundels lijken meer op collages: de zinnen staan dwars door elkaar en krijgen allerlei vormen. Woorden en zinnen hebben verschillende lettertypen en kunnen groot of klein, heel erg dik of juist dun afgedrukt zijn. Na zijn terugkeer in België keert Van Ostaijen zich af van Dada. Hij propageert dan wat hij noemt de 'zuivere lyriek': poëzie is slechts woordkunst, geen middel om ander doelen te bereiken zoals vrijheid en destructie. Poëzie weerspiegelt naar zijn mening alleen extase.
Bronnen - J.A. Dautzenberg: Nederlandse literatuur-Geschiedenis,bloemlezing en theorie,g.j.,Malmberg,Den Bosch.
|