Wat is hypertekst? Bij de term hypertekst valt er een onderscheid te maken tussen hypertekst als concept en hypertekst als technologisch systeem. Hypertekst als concept is in 1965 geïntroduceerd door Theodore Nelson en werd door hem als volgt gedefinieerd: By 'hypertext' I mean non-sequential writing -text that branches and allows choices to the reader, best read at an interactive screen. As popularly conceived, this is a series of text chunks connected by links which offer the reader different pathways. (Nelson in Landow, 1992: 4)Het is verbazingwekkend hoe goed deze definitie ook hyperteksten in de huidige technologische systemen beschrijft. Het idee van een netwerk van teksten dat via een pad door de lezer met elkaar verbonden kan worden, gaat echter nog verder terug. In 1945 schrijft Vannevar Bush het artikel "As we may think", waarin hij de noodzaak voor een dergelijk systeem en zijn conceptie daarvan beschrijft (Bush, 1945). Naast deze technologische opvatting is hypertekst ook te gebruiken als een concept om eigenschappen aan te duiden die een tekst in verschillende media kan bezitten. Zo komt het verwijzen naar andere teksten ook voor in het schriftelijke medium. In wetenschappelijke artikelen wordt er bijvoorbeeld gebruikgemaakt van noten en bronvermelding en ook in literaire werken zijn er regelmatig verwijzingen te vinden naar andere werken. Non-sequentieel schrijven is een ander kenmerk van hypertekst dat terug te vinden is in het schriftelijke medium, bijvoorbeeld in encyclopedieën. Hypertekst is in deze visie dus op te vatten als een manier van schrijven. * In deze conceptuele benadering blijkt hypertekst sterke overeenkomsten te vertonen met een aantal begrippen uit het poststructuralisme. De tekst als netwerk * is het meest voor de hand liggend voorbeeld, maar ook andere begrippen zoals intertekstualiteit, 'meerstemmigheid' en 'hercentreerbaarheid' hebben sterke relaties met dit conceptuele gebruik van de term hypertekst. * In deze scriptie zal ik mij echter beperken tot hypertekst als technologisch systeem. Dit heeft een aantal redenen. Ten eerste is de relatie tussen hypertekst als concept en het poststructuralisme inmiddels uitputtend behandeld. Of, zoals in de woorden van George Joyce: Many notions have been successfully transferred from one field [poststructuralist theory] to the other [theory about hypertext and hyperfiction]. The question is, however, if one should maintain this parallel. Is it not high-time to cut the navel-string [sic]? (G. Joyce, 1999: 4)Daarnaast kan men vraagtekens zetten bij het gemak waarmee poststructuralistische begrippen gerealiseerd zouden kunnen worden in technologische toepassingen van hypertekst, zoals het www. Zo behandelt Landow de links in een hypertekst als intertekstualiteit (Landow 1991:10). Het intertekstualiteitsbegrip van de poststructuralisten omvat echter meer dan expliciete verwijzingen (zoals hyperlinks altijd zijn). Zij gaan er namelijk van uit dat iedere taaluiting noodzakelijkerwijze gebaseerd is op andere taaluitingen. Iedere tekst bevat dus naast eventuele expliciete verwijzingen ook impliciete intertekstualiteit. In dit opzicht is er weinig verschil tussen het schrift en hypertekst. * Een voorzichtige conclusie zou dan ook kunnen zijn dat het poststructuralisme een mediumonafhankelijke taal- en teksttheorie is, die zowel op het schriftelijke medium als op hypertekst toepasbaar is. Waar dit nuttig is, zal ik het poststructuralisme op deze manier gebruiken. Een tweede reden voor de keuze van hypertekst als systeem is, dat er sinds een aantal jaar een technologisch systeem is, dat op grote schaal gebruik maakt van hypertekst: het world wide web (www). * Hypertekst is hier geen concept, maar de techniek waarmee geschreven wordt. Deze techniek maakt verschillende manieren van schrijven mogelijk. De manier van schrijven die hierboven hypertekst genoemd is, valt te beschouwen als de meest natuurlijke voor het systeem.
|