Vladimir Majakovski
Noten
Het Leven van Majakovski Vladimir Majakovski werd in 1893 in Georgië geboren. Hij was al vroeg een aanhanger van het marxisme; op zijn vijftiende werd hij lid van de Moskouse Bolsjewistische partij. Na meerdere malen gearresteerd te zijn, richtte hij zich op de kunst en schreef zich in op een kunstacademie. Daar ontmoette hij David Burliuk die hem aanzette te gaan schrijven. In 1913 verscheen een toneelstuk, dat door een misverstand de vooruitziende titel: Vladimir Majakovski : Een Tragedie [1] droeg. In dat jaar neemt hij ook deel aan een futuristische tournee. Deze optredens waren bedoeld als provocatie naar de provinciale bourgeoisie, waarbij soms zelfs fysiek geweld werd gebruikt. Mede dankzij het charisma van Majakovski schoten deze bijeenkomsten hun doel voorbij, het publiek genoot ervan. Dit lot delen de Russen overigens met vele andere Historische Avant-garde stromingen uit die tijd. In 1915 verhuisde Majakovski naar St. Petersburg. Hij raakte bevriend met het echtpaar Osip en Lilja Brik. Deze vriendschap is bepalend geweest voor zijn werk. Hij leerde veel van Osip, een formalistische theoreticus, maar nog belangrijker was zijn hevige verliefdheid voor Lilja. Met haar als zijn muze schreef hij vele liefdesgedichten, waarvan het poema:Ik heb lief het bekendst is. Tegelijkertijd schreef hij echter ook gedichten over sociale vraagstukken, zoals de oorlog. Majakovski was een enthousiast aanhanger van het nieuwe regime na de revolutie van 1917. Zijn gedichten werden gedeeltelijk propagandistisch. Maar hij schreef ook propagandaposters en zelfs reclamejingles voor bijvoorbeeld luiers. Dit werd door velen gezien als artistieke zelfmoord. In een poging de literaire theorieën in overeenstemming te brengen met de nieuwe ideologie werd LEF (Lef front of the Arts) opgericht. Majakovski raakt echter steeds meer teleurgesteld in het dan door Stalin geleidde regime. Dit resulteerde in twee satirische toneelstukken : The Bedbug ( Klop 1929) en The Bathouse ( Banya,1930). Deze toneelstukken mochten niet opgevoerd worden. De autoriteiten wisten niet wat ze met Majakovski aan moesten, enerzijds had hij een grote rol vervuld tijdens en na de revolutie, anderzijds was hij rebels en paste hij niet in de officiële kunstdoctrine, het sociaal-realisme. Hij werd steeds meer beperkt in zijn bewegingsvrijheid, zowel intellectueel als fysiek. Zo mocht hij niet meer naar het buitenland reizen. Deze factoren hebben waarschijnlijk een belangrijke bijdrage geleverd aan zijn zelfmoord in 1930. Na zijn dood kwam er een Stalin geïnitieerde officiële sovjetcultus. Mayakovky's rol werd echter gereduceerd tot 'drummer of the revolution' en navolging van zijn werk werd ontmoedigd. Uitvoering van de toneelstukken bleef verboden. Zo werd Majakovski de ideale dichter die hij tijdens zijn leven nooit geweest was, alle ongewenste kanten van zijn werk en zijn karakter werden weggepoetst. Het duurde tot 1954, onder het bewind van Chroesjtsjov, dat zijn werk ook op poëtisch vlak gewaardeerd werd. Op dit moment zijn Majakovski en Chlebnikov de enige dichters van het Russisch Futurisme ,die nog gelezen worden. Het leven en werk van Majakovski zijn een goede illustratie van de ideeën en verloop van het Russisch Futurisme. Hij was een van de ondertekenaars van A slap in the face of public taste[2] in 1912, het eerste manifest van het Cubo-Futurisme en daarmee betrokken bij het begin van de stroming. Zijn zelfmoord in 1930 is te beschouwen als het definitieve einde ervan. Hij was de leidende dichter in de twee bekendste en meest invloedrijke stromingen binnen het Futurisme: het Cubo-Futurisme en LEF. Majakovski's invloed werd niet alleen veroorzaakt door zijn charisma en zijn revolutionaire houding, maar ook zeker door zijn poëtische ideeën en de kwaliteit van zijn werk. terug
Majakovski's visie op poëzie De poëtica van Majakovski is minder uitgesproken en minder verfijnd dan die van bijvoorbeeld Chlebnikov. Bij Majakovski is de scheiding tussen theorie en praktijk echter veel kleiner, waardoor zijn ideeën veel invloedrijker zijn geweest. De thema's uit zijn manifesten komen vaak tot uiting in zijn poëzie. In de proloog van Wolk in broek[3] verwoordt Majakovski de inspiratie van de nieuw industriële samenleving: " Zélf zijn wij scheppers in hete dithyrampen/ de dreun van fabrieken en laboratoria". De dichter als profeet van de revolutie is een terugkerend thema. Opvallend is Mayakovsky's houding ten opzichte van de oorlog. Hij zegt deze te beschouwen als een noodzakelijke fase in de geschiedenis, maar in zijn poëzie laat hij zich er vooral negatief over uit. Hierin staat Majakovski dus lijnrecht tegenover Marinetti. Andere thema's in zijn werk zijn minder 'futuristisch' zoals de zelfkant van de samenleving en de liefde. Het thema van de zelfkant van de samenleving hangt samen met Mayakovsky's fascinatie voor prostituees. De religie is ook een terugkerend thema en de behandeling hiervan is meestal ronduit blasfemisch zoals in: Mijn laatste zorg zal wel uw laatste oordeel zijn! / Mij, en mij alleen zal een processie hoeren/ dwars door de stad, dat brandend bordeel als schrijn/ tot God voor hun rechtvaardiging meevoeren. Ook bestempelde hij zichzelf regelmatig als profeet. Het is mogelijk dat deze houding voortkomt uit de marxistisch-leninistische anti-religiedoctrine. Majakovski schreef, zoals hierboven vermeld is, ook liefdesgedichten. Deze gedichten zijn echter niet sentimenteel, maar geschreven op de voor Majakovski kenmerkende manier. "De liefde bloeit, /bloeit uit- /en verschimmelt." [4] De poëzie van Majakovski weerspiegelt zijn dubbele houding ten opzichte van het individu. Als fervent aanhanger van het marxisme-leninisme stelt hij de maatschappij boven het individu. Ook het futuristische idee van dehumanisatie wijst in deze richting. Dit is op bepaalde plekken in Mayakovsky's werken wel aanwezig, bijvoorbeeld in: De straat torst haar lot verdoofd./ Gekrijs slaat steil uit haar keelgat./ Poezele taxi's met opstaande stekels/ en pezige koetsen stremmen haar strottehoofd Critici wijzen er echter terecht op dat het individu een prominente plaats heeft in zijn werk, het lyrisch ik is prominent aanwezig. Het belang van Majakovski's werk ligt vooral in zijn omgang met taal. Hij maakte gebruik van straat- en spreektaal en ontwikkelde een ander soort rijm. Typografisch gebruikt hij procédés die ook te vinden zijn in het Italiaans Futurisme (zie Marinetti) en Dada (zie Van Ostaijen). De formalist Sjklovski geeft in zijn Mayakovsky and his Circle een brede analyse van het werk van Majakovski. Hoewel deze analyse waarschijnlijk gekleurd is door zijn vriendschap met Majakovski en de formalistische invalshoek, bevat het zoveel waardevolle aspecten, dat ik mij grotendeels op dit werk zal baseren om de invloed van Majakovski op de Russische literatuur aan te tonen. Poets had concentrated all their efforts on minor changes in shades of meaning; they had already wordked with rythmico-syntactical segments which they kept transposing. All this was destroyed by Majakovski, who broke though the solid ice field of words and built a new, perceptible poetry based on [..] oratory[5] Om deze 'nieuwe' poëzie te bereiken, maakt Majakovski op de eerste plaats op een hele onorthodoxe manier gebruik van rijm. De rijm van Majakovski is gebaseerd op klank, niet op syntactische overeenkomst. Hij probeerde de woorden weer te geven op de manier waarop zij worden uitgesproken. Het revolutionaire hiervan laat zich moeilijk naar het Nederlands vertalen. In de Nederlandse poëzietraditie is altijd gebruik gemaakt van klankrijm, 'syntactisch' rijm heeft misschien alleen bij de Rederijkers enige aanhang gehad. Met 'syntactisch' rijm bedoel ik dan het rijmen van woorden als 'redelijk' en 'mogelijk'. In de Russische traditie werd echter altijd gebruik gemaakt van het syllabisch-tonische systeem, waardoor het rijm in een strakker keurslijf werd gedrongen. In het Symbolisme werd voor het eerst aandacht besteed aan de klanken van de taal, maar zij gaven hier mystieke en emotionele betekenissen aan. In Mayakovsky's tijd werd echter aangetoond dat klanken geen enkele vaste betekenis hebben en hij gebruikte deze kennis. Met zijn afwijzing van het conventionele rijm en metrum zorgt Majakovski voor de gewenste 'vervreemding'. Ook plaatst hij zich hiermee in een rechtstreeks verband met degene die hij als eerste van 'het stoomschip van de moderne tijd'wilde gooien,[6] namelijk Pushkin. Het verschil is echter dat Majakovski rijm niet afwijst, zoals Pushkin, maar een hele nieuwe vorm uitvond. Deze vorm leidde er ook toe dat poëzie dichter bij gesproken taal kwam. Dit element wordt bij Majakovski nog versterkt door het vele gebruik van straattaal. Dit is, volgens Sjklovski, maar een klein onderdeel van de grote vernieuwingen op literair taalgebied die Majakovski initieerde: "What Majakovski accomplished was a supreme advance for Russian verse, the broadening of verse semantics"[7] Aan het einde van de analyse staan een aantal opmerkingen van Sjklovski die duidelijk maken hoe sterk de invloed van het Sovjetregime was. Sjklovski biedt hier zijn excuses zijn voor zijn 'incorrecte' houding ten opzichte van de revolutie. Hij trekt zijn standpunt in over de autonomie van de kunst. Zijn theorie werd veroorzaakt door een 'incorrect', niet-communistisch wereldbeeld. Deze verontschuldiging doet direct denken aan Orwells 1984.
1 nawoord Marko Fondse bij 'Ik heb lief' Bronnen
- Anna Lawton, Herbert Eagle (eds.) :" Russian Futurism through It's Manifestoes 1912-1928". 1988,Cornell Univesity Press, NY.
|