• Overzicht netwerk in de narratologie
  • Het netwerk in de narratologie: grenzen van de tekst

    Het netwerk in de narratologie: begin en einde van de tekst

    Een ander kenmerk van de netwerkstructuur van hypertekst is het ontbreken van een duidelijk start- en eindpunt. Ik heb hier geopperd de eerste pagina die de lezer ziet als het begin van een hyperfictie te beschouwen. Dit komt overeen met het nemen van de lezing als analyseobject, zeker in een geval als No Dead Trees dat verschillende beginpunten aanbiedt, waaronder de link: "take a random leap into the novel". Een analyse die de lezing als uitgangspunt neemt en alleen het gekozen beginpunt beschrijft, negeert echter de structuur van het begin en de consequenties hiervan. Om hier recht aan te kunnen doen, dienen de verschillende mogelijke 'beginnen', de structuur ervan en de verschillende werelden die ze projecteren, beschreven te worden. Ook in dit geval speelt structuurbeschrijving dus een belangrijke rol bij de analyse van hyperfictie.

    Het ontbreken van een duidelijk startpunt heeft gevolgen voor de narratieve introductie. Het fysieke begin van het verhaal dient vaak als introductie van de belangrijkste gegevens van de fictionele wereld, zoals personages, setting, verteller en dergelijke. Als informatie vanuit verschillende punten toegankelijk is, verliest het beginpunt zijn functie als introductie van het verhaal. Hyperfictie begint om deze reden in veel gevallen in medias res. De informatie die noodzakelijk is om het verhaal te begrijpen, wordt gaandeweg gegeven, waarbij het in dit geval vaak niet om eerdere gebeurtenissen gaat, maar om bijvoorbeeld sfeer en setting. Een ironische illustratie van deze overbodigheid van een narratieve introductie is het begin van The Color of Television, dat naast de namen van de personages geen enkele relevante informatie bevat:

    Meet the Melmoths. Harry and Lorraine: a mortgage broker and systems analyst from Marietta, Georgia. Homeowners, nonsmokers, Presbyterians, aged 43 and 38, married six years and seven months next Thursday. One child * his, non-resident, by a previous marriage). Three-bedroom two-bath Colonial in a nice seventies development convenient to schools, churches, and the mall. One 1992 Honda Accord, blue, one 1995 Toyota Celica SE, gray. Two cats and assorted tropical fish. Liabilities of $177,903 against assets of $232,199. No known pre-existing conditions or outstanding warrants. (Moulthrop en Cohen,1996, cotv01.html )
    Bij het ontbreken van een duidelijk narratief beginpunt ligt het voor de hand dat ook het einde niet zo stabiel is als in de meeste schriftelijke werken. Currie zegt over het einde van een verhaal: "endings are a way of projecting values onto events" (Currie, 1998: 58). Dit lijkt een onmisbare eigenschap. In hyperfictie ontbreekt het einde echter regelmatig, zijn er meerdere einden, of is een einde om welke reden dan ook onvindbaar voor de lezer. Toch is dit niet zo problematisch als het op het eerste gezicht lijkt. Er zijn ook met betrekking tot de schriftelijke literatuur, die zich vanwege het lineaire karakter bij uitstek leent voor een einde, vraagtekens gezet bij de functie van het einde.

    Miller definieert de functies van het einde ('closure') als de rechtvaardiging voor het ophouden met vertellen en het completeren van de betekenis van het voorafgaande (Miller, 1981: xi). Hij beschouwt closure als 'make-believe', een veronderstelling dat dit mogelijk is. Deze veronderstelling heeft naar zijn mening morele voordelen, maar is tegelijkertijd van een "self-betraying inadequacy" (ibid, p. 267). Met Millers definitie is te verklaren waarom de meeste hyperficties geen conventioneel einde hebben: het verhaal kan immers altijd uitgebreid worden. Er hoeft dus geen rechtvaardiging worden gegeven voor het ophouden met vertellen. In dit licht is het veelzeggend dat afgesloten projecten zoals Lies van Richard Pryll wél een einde hebben. Als er meerdere einden zijn, is dit meestal te verklaren met verschillende verhaallijnen of paden die een 'eigen' einde krijgen.

    De tweede functie die Miller aan het einde verbindt, het complementeren van de betekenis, geeft het einde waarschijnlijk ook de ideologische lading die Currie beschrijft. Het ontbreken van een einde zorgt ervoor dat hyperfictie deze ideologische lading mist. Verschillende voorbeelden uit de schriftelijke literatuur laten echter zien dat dit niet per definitie een problematische eigenschap is. Er bestaan romans met een open eind, vervolgverhalen, en in het postmodernisme bestaan er zelfs romans met meerdere einden (McHale, 1987: 109). Miller laat zien dat zelfs in traditionele romans het einde niet definitief is: er is altijd de suggestie dat er meer te vertellen is (Barthes in Miller, 1981: 274). Het ontbreken van een einde levert in theoretisch opzicht dus geen onoverkomelijke problemen op. Voor de lezer betekent het wel een extra belasting in zijn zoektocht naar betekenis, die in sommige hyperficties al moeizaam is.

    De eigenschappen van begin en einde worden niet alleen veroorzaakt door de eigenschappen van het netwerk, maar ook door de structuur van het verhaal. In een lineair verhaal met een causale en temporele volgorde, vervullen begin en einde belangrijke functies als introductie en afsluiting van het verhaal. In verhalen waar deze verbanden en lineariteit minder sterk of niet aanwezig zijn, zoals in hyperfictie, verliezen beide blijkbaar gedeeltelijk hun functie.

  • Plot-vervolg
  • Het netwerk in The Unknown