* overzicht eigenschappen hypertekst
Mediumafhankelijke narratieve kenmerken van hyperfictie De titel van Chatmans artikel "What Novels can do that Films can't and Vice Versa" (1981) laat al zien dat de verschillende media hun eigen mogelijkheden hebben. In een eerder werk beschrijft hij dat ieder medium zijn eigen 'onbepaaldheden' heeft die samenhangen met de specifieke aard van een medium (Chatman, 1978: 30). Zo beschrijft Couturier in Textual Communication: A Print-Based Theory of the Novel (1991) hoezeer de roman samenhangt met het schriftelijke medium. Door de gewenning is dit echter nauwelijks merkbaar. Bij een narratologische analyse van een werk zouden de specifieke kenmerken van het desbetreffende medium dus meegenomen moeten worden. In dit gedeelte zal ik dan ook ingaan op de manier waarop de eigenschappen van hypertekst invloed kunnen hebben op het verhaal dat in hyperficties verteld wordt. Daarnaast zal aan de orde komen of deze nieuwe eigenschappen van verhalen een plaats kunnen krijgen in de narratologie. Als eerste is er de vraag op welke manieren afbeeldingen en/ of geluid kunnen bijdragen aan de betekenis van het verhaal (multimedialiteit). Hierna volgen de links en het netwerk. Virtualiteit zal ik in dit gedeelte niet als zelfstandig kenmerk beschouwen, maar als een eigenschap van het netwerk, zodat ik bijvoorbeeld de instabiliteit van de verbanden kan bespreken. Ook de mogelijkheid tot interactie met de lezer zal niet apart behandeld worden, deze zal namelijk op verschillende plaatsen terug komen. Tot slot zal ik proberen of ik met behulp van de invloed van deze kenmerken de problemen rond de plot kan oplossen (plot-vervolg). |